Een bezoek aan de Middenmoezel - Perswijn
Achtergrond & Interviews

Een bezoek aan de Middenmoezel

Door Rob van GinnekenVerwacht geen hordes toeristen als je in februari de Middenmoezel gaat bezoeken. Het is rustig in Piesport, Bernkastel, Wehlen, Erden en Ürzig. Zwart-op-gele nummerplaten zijn er wel, maar de berijders lijken alleen op benzine te lopen: bij de talrijke wijnboeren of ‘s avonds in restaurants zijn ze niet van de partij.

In eerste instantie lijkt het erop dat het tijdstip voor het bezoek niet slechter gekozen had kunnen zijn: de eerste twee bedrijven, het gerenommeerde Dr. Loosen en het in opkomst zijnde Schloss Lieser, geven niet thuis: "normalerweise kein Problem," maar ja, de jaargang 2001 was zo’n fenomenaal succes dat alle flessen óf verkocht of leeg zijn!

Bij de Wintzer die nog wel wat hebben liggen lijkt het ook rustig. Schijn bedriegt echter: het wijnbedrijf is in volle gang. Op een mooie dag (en die lijken er tijdens dit bezoek alleen maar te bestaan hier) zijn de mensen vooral op de hellingen aan het werk. Zoals in de PersWijn nummer 2 viel te lezen is de winter de periode van het snoeien, en dat gebeurt hier dan ook volop. Na het snoeien worden de overgebleven (twee) loten in een hartvorm gebogen en aan hun eigen staak gebonden. Overigens hebben de druivenstokken hier vaak nog een eigen staak/stok in de zin dat veel producenten werken met "Würzelechten" planten, dus niet geënt op Amerikaanse onderstokken. Kennelijk is het de druifluis te gevaarlijk op de steile hellingen.
Na een paar dagen heb je alle Sonnenuhren, aangelegd als een soort prikklok avant la lettre voor de arbeiders op de wijngaardhellingen, wel gezien. Onderdruk echter de neiging om wat Moezelbochten af te snijden om snel nog bij die ene boer wat van de oogst 2001 te bemachtigen: voor je het weet, rijd je over stoffige zandpaden dwars door de wijngaarden en de daarachter gelegen bossen. Keren kan niet, het is voorzichtig doorrijden en afwachten waar je uit gaat komen. De tijdwinst kun je op je buik schrijven, en jawel, bij aankomst blijkt de laatste "Beste Koop"-tip uit de Gault-Millau WeinGuide ook al weer uitverkocht!

De Moezel-Saar-Ruwer regio brengt zowel wereldwijnen voort als producten voor het onderste schap in de supermarkt – waar je ze maar beter kunt laten staan. Het verhaal is bekend: de topwijnen komen van de wijngaarden met steile hellingen die zuidwaarts naar de rivier en de zon gericht zijn. Dat lijkt inderdaad geen loze praat: bij Traben-Traarbach, waar de rivier een grote lus maakt, baadt de noordoever in het warme zonlicht, terwijl aan de overkant in schemerdonker voorzichtig gereden wordt over de nog witte stukken weg. Maar als het zo is dat goede wijn gemaakt wordt in de wijngaard én door het vakmanschap van de wijnmaker, dan moet het toch ook mogelijk zijn acceptabele en in ieder geval redelijk geprijsde wijnen te vinden op de qua terroir wat minder goed bedeelde percelen? De sinds oogstjaar 2000 bestaande categorieën Classic en Selection helpen dan, zo blijkt: vooral onder het Classic-label worden, alhoewel het geen wettelijke kwaliteitseisen kent, zeer betaalbare droge wijnen aangeboden die van verschillende percelen mogen komen, en waarin steeds die typische verfijnde aroma’s en nét dat kleine fris-zure zoetje zijn te vinden. Ook wijnboeren uit dorpjes uit het achterland van de rivier bieden hiermee, zo leert een kleine steekproef, een veilige keuze voor doordeweeks Rieslinggenot.

We vergeten de belegen ’75er, die als "Etwas Spezielles" op een menukaart stond, de naar zweetkaas ruikende Elbling en de rode wijnen die we op aandringen van de wijnmaker proefden: in de Moezel is het lekker wit drinken! Het was overigens jarenlang niet toegestaan blauwe druiven te verbouwen: een Kurfürst die een deel van de belasting die hem toekwam in rode wijn ontving, vond de kwaliteit hiervan al zo beneden de maat dat hij overging tot een Riesling-only beleid! Gelukkig maar, want daarin excelleren de producenten anno 2003 nog steeds.

Reageer op dit item

nl Nederlands